daar was je weer
smekend om meer
maar toen ik vroeg
is ’t ooit wel genoeg
streek waarheid neer
we wisten temeer
dat ik nagenoeg
’t einde aandroeg
ik sloeg m’n ogen neer
je kuste ze als weleer
alsof je hartzeer verjoeg
zei je teer; je bent meer
je bent meer dan genoeg