Weer
ik hou van warm
en helder; stom
dat ik verlang
naar een wervelstorm
ik hou van warm
en helder; stom
dat ik verlang
naar een wervelstorm
hoe komt het
hoe gaat het
het maakt me bang
dat je me laat dromen
alsof ik alles aankan
dat is niet zo
als jij in mijn gedachten zit
en ik in die van jou
missen we elkaar steeds
je licht me
voorzichtig op
stapje voor stapje
een zachte morgenzon
die niet blijvend schijnt
stel je nu
eens voor
ik kan niet
tegen je verlies
ik zit vast, voor straf
in m’n gedachtegang
weet je nog, de ochtend
waarop liefde en haat
tegenover elkaar stonden
het was helder
ik wil je wel lief
hebben, maar
na verlieven komt
vervreemden, dus
waarom wachten
we niet even