Je zit op voetbal,
en houdt van dolfijnen.
Blauw is je lievelingskleur,
net als de mijne.
Dit is het eerste gedicht,
dat ik in m’n leven schrijf.
En als je maar weet,
dat ik,,
heel mijn leven op je verliefd blijf.
—
Ik was tien. Ik was verliefd.
Blijkbaar was ik een beetje in de war.
Blauw was niet mijn lievelingskleur. Dat was geel. Tweety was geel.
De enige gegronde reden om van mijn lievelingskleur af te wijken zou het bruin van zijn ogen zijn geweest.
Misschien was het een versiertruc. Of m’n eerste zelfverloochening.
Misschien was het de creatieve insteek die het mooie verhaal boven de waarheid stelt.
Net zoals dat ik de vrijheid voelde om twee komma’s achter elkaar te plaatsen als dat goed voelt. (Ach, zo trots op dat meisje…)
Het was ook een mooi verhaal.
We keken.
We lachten.
Hij was waar ik was en andersom.
Ik kende zijn telefoonnummer. Gewoon omdat het kon. Niet om daadwerkelijk naar zijn huistelefoon te bellen. Doe normaal.
We keken.
Er waren valentijnskaarten. Meervoud, ja.
Verder bleef het onuitgesproken. We hebben dan ook nooit verkering gehad.
Mooi verhaal, zei ik toch.
En we leefden nog lang en gelukkig niet veel langer verliefd.