Ik houd niet van de jaarwisseling. Alsof de tijd op is. Alsof de statistieken worden gereset en de teller opnieuw begint te lopen. Alsof je stukjes geluk en pijn achter je moet laten, hoe aanwezig het ook nog is. In een seconde wordt het nu ineens het verleden.
Je kunt stellen dat er niets verandert en een jaartal slechts een cijfer is. Maar m’n brainfuck komt juist voort uit m’n liefde voor data. Ik gebruik ze graag om gevoelens en dynamische periodes af te bakenen. Voor overzicht of monitoring. Dat geeft deze wrijving, want het hoeft niet en het kan niet. Het leven is te gecompliceerd voor zulke kaders. Daarom voelt het tijdens de jaarwisseling als een kalender waar ik niks mee kan en alsof ik steeds te laat ben met pagina’s omslaan. Wanneer ik dan een de oude kalender moet weggooien en de nieuwe ophangen, klopt er iets niet. De indeling is niet correct, omdat ik me behalve op 1 januari, tegelijkertijd op andere pagina’s bevind.
Maar het nieuwe jaar is geen schone lei en er is geen resetknop. We nemen onze ervaringen mee. We zijn wijzer en hebben momenten erbij om niet te vergeten. We hebben dingen gedaan die we niet voor mogelijk hielden en dingen gelaten die we wel van plan waren. En het leven heeft ons ook een stukje gebroken. Ik denk dat het oké is om dit even hard te voelen in december als in januari. We zijn geen kalender. Dat is een verkeerd format om het leven in te gieten.
Ik denk dat we meer als een schilderij zijn. Laag over laag. Kleuren die vervagen, barsten die ontstaan in oude olieverf. Met nauwkeurige penseelstreken, onverwachte pollock-achtige effecten en geklieder. We hoeven geen pagina’s af te scheuren, we schilderen eroverheen. We nemen ons schilderij lekker mee naar het nieuwe jaar. Met alle ervaringen, maar genoeg ruimte voor de dagen die nog volgen. Gelukkig maar.