Meteen naar de inhoud
Home » Gedichten » Pagina 10

Gedichten

Verdwaasd

een wijs man dicht
dat taal de tijd niet kent;
geen begin en geen eind

een meisje denkt
hoe dichter bij eeuwigheid
men wil zijn, hoe dwazer

de man zegt gedag
de tijd zegt tik
de taal zegt dat

ergens te midden
van alles of niks
schrijf ik toch maar wat

Utopie

voor altijd
was gelogen
maar wel fijn
om te geloven

Leven

je hebt geen tijd te doden
als je leeft

Leesvoer

je vindt me gereserveerd
maar ik lig hier toch
voor het opscheppen

bloot en open, zachte
ogen, scherpe tong
m’n gepocheerde hart
en hersenen gesorteerd

een leesvoerbuffet
als vers geserveerd
voor de enkele liefhebber

Idee

laten we vandaag een
weet je nog toen
maken

Dobberen

dus nu dobberen we maar
tussen dromen (te oud hiervoor)
en verstand (te jong)

wachtend op het land waarvan
we weten dat het niet bestaat

Zondag

ochtend dauwt
op ‘t raam
ik snauw terug
verstop me vlug
onder jouw lakens

*

ik kom er pas uit
als ik naar je ruik

Vriespunt

als je me nu weet te smelten
ben je wel heet hè

Rust

laat me
samen
met rust