Stil
schatje
wees maar stil
en schrijf je
vloeiende monoloog
op m’n huid
tot ik tril
schatje
wees maar stil
en schrijf je
vloeiende monoloog
op m’n huid
tot ik tril
ik geloof niet in astrologie
want dit waterteken
brandt van verlangen
warme woorden over jou
de zondagen die we zagen
verlichten niet de duisternis
van m’n zwarte inkt
die je toch nooit lezen zou
over kou waarin ik nachtelijks
zacht glinster tot bevroren
bang dat ‘t al waar ik van hou
met ijspegels zal doorboren
je komt m’n hart stelen
maar ik ben al verkocht
je vroeg me meteen
of ik je hart meeneem
maar ik doe alleen
aan bruikleen
liefde is
een speurtocht
naar je
schat
ik voel dat het klopt
naast die van mij
jouw hart
ze is te esthetisch
om je voor te stellen
hoe ze in het wild is
je houdt van me
zoals van de maan
ik hoef niet altijd
in volle glorie te staan
ik keten me vast
aan stalen palen
zodat hooguit
m’n gedachten
naar je afdwalen