Nikszeggend
met jou wil ik
gedichtendingen
nikszeggend
en wat maanlicht
met jou wil ik
gedichtendingen
nikszeggend
en wat maanlicht
wat je ook geeft
ik zal een beetje
van je houden
m’n enige aandachtsstoornis
ben jij
wat vandaag valt
valt morgen niet
wat morgen valt
is gewoon weer andere fucking regen
want de regen van vandaag verdampt
en hangt dan weer in de atmosfeer
en valt nog een keer maar dat zal
niet morgen zijn en waarschijnlijk
op iemand anders dus dat valt mee
ik heb me niet ingeschreven
voor deze levensles
vroeger kreeg ik van m’n vader
een nieuw onderbroekje
wit en roze, met een strikje
en twee rare woorden
denk positief, vertaalde hij,
dat is uitgaan van het goede
nu denk ik al zo’n dertig jaar
aan het onderbroekje
er ligt een gedichtje
in je gezichtje
laat maar zitten
vandaag word ik wakker
of morgen
ik heb geen idee welke dag
het is – maakt het iets uit?
de slaapkamerdeur staat open
en niets komt om de hoek kijken
alweer? schreeuw ik
ik veeg de dood uit m’n ogen
staar woest naar niets
en storm erlangs
moet je me niet aantrekken?
verzucht het nog
ik vlucht voor niets
dansend de straat op
een pirouetje, de sprong, de val
iets geks, alles, opnieuw
een gemaakte selfie
voor niets in het bijzonder
vandaag maak ik alles
want niets kan me breken
dus ik dans, ontspring,
dans tot ver, licht, dooft
vandaag of morgen
word ik wakker
en zal opstaan lastiger zijn
als niets om de hoek komt kijken
zal ik roepen
dat het in ieder geval
niet voor hem is geweest
‘Hier is het’, wijs ik. Hij schuifelt achter me aan over het pad van klinkers en onkruid. Mijn tas rammelt van mijn gegrabbel naar de huissleutel. ‘De voortuin heb ik teruggegeven aan de natuur’, zeg ik, verrassend opgewekt voor de schaamte die ik voel.
Je kunt maar beter grapjes maken over vervelende onderwerpen. Het helpt. Bovendien komt de beste humor voort uit pijn en ellende.
‘Sorry, m’n dex is op’ is eigenlijk ook wel geinig. Die moet ik onthouden voor later.
Terwijl ik verder zoek in een ander vakje van mijn tas probeer ik zijn reactie te peilen. Hij knikt begripvol. Alsof hij zich volledig kan vinden in mijn respect voor de natuur. Ik trek spottend een wenkbrauw op zodat hij snapt dat het een grapje was, maar zijn blik wordt al gevangen door een zwerm van paardenbloemzaadjes.
De natuur haar gang laten gaan. Het is tegenwoordig een ideaal excuus voor alles wat je niet op orde hebt. Het klinkt nobel. Logisch zelfs.
Zoals je okselhaar laten groeien. Dat is geen gemakzucht, maar onbevreesd feminisme.
Of je menstruerende kut laten uitlekken in zo’n absorberende onderbroek. Je bent vergeten om tampons te kopen, maar het is prettiger om te beweren dat je lichaam een tempel is waar je geen verdachte materialen in stopt. En plots loop je over van zelfliefde. Voor bonuspunten zeg je op belerende toon dat maandverband niet biologisch afbreekbaar is.
Niemand die je onvermogen nog ziet, al zou je het willen. Je bent per ongeluk het toonbeeld van de moderne, bewuste mens geworden. Je bent f***ing woke!
Ik voel de huissleutel in mijn jaszak zitten, maar laat het direct weer los. ‘Sorry, m’n dex is op. Ik moet eerst even langs de apotheek.’ Hij kijkt me aan alsof ik een grapje maak.
wanneer is gewoonte
te gewoon geworden