Neerslagachtig
in m’n wolken
van gedachten
kleurt het somber;
neerslagachtig
in m’n wolken
van gedachten
kleurt het somber;
neerslagachtig
ik wil feiten
hij wil dromen
geef ons nachten
waarin ze uitkomen
we zuipen geruisloos
verdringen de zinnen
tot we verdrinken
in beschonken ogen
en wellustige kussen
met dubbele tongen
zingen liefdesdialogen
daar bij de duivel
waar ogen ontvlammen
en harten verbranden
daar waar ik prevel
mijn hemel
je leest alle regels
emoties en wijsheden
zelfs die op tegels
je luistert en leert
maakt je notitie, maar
hoe je ‘t wendt of keert
je beheerst het niet
wie is dom
als ik top
from the bottom
zinnen zullen vormen
met koffie in de kleur
van je ogen en chaos
galmend in mijn borst
je bent als poëzie
in duistere vorm
met lichte ironie
zou ik je stortbuien mogen
en je lach van zonnestralen
dan kunnen we samen dwalen
over regenbogen
het zal nooit rijmen
jij en ik