Hijmen
al je duizenden pagina’s
had ik willen lezen tot
lang en gelukkig nog
maar deze woorden
hebben nooit bestaan
je sluit: rust zacht
ik had je niet uit
dacht ik – of toch
al je duizenden pagina’s
had ik willen lezen tot
lang en gelukkig nog
maar deze woorden
hebben nooit bestaan
je sluit: rust zacht
ik had je niet uit
dacht ik – of toch
je neukt als een poëet betaamt
diepzinnig doch overdreven
maar hoewel je lyriek belichaamt
is m’n hart nog onbeschreven
terwijl licht zich verspreidt
over de randen van levens
die richting dag schuifelen
gedreven door de eenvoud
van routinematig beleid
nemen tijdens trage zinnen
doordrenkt van koffiearoma
dromen in stilte afscheid
ik wist dat ik met vuur speelde
toen we elkaar hadden gevonden
ik smolt toen je m’n ego streelde
en lik voldaan m’n brandwonden
ik overbrug zeeën van tijd
tot je kust
m’n mist trekt op
door het weerbericht
in jouw ogen
in de meeste bibliotheken
ben je de te kleine sectie
nooit gelezen door die leken
terwijl je proza doet verbleken
je bent voor mij de poëzie
mag ik groeiende twijfel zaaien
over waarin je liefde geworteld is
mag ik iets in je doen opbloeien
onontgonnen in je geschiedenis
voor ik echt verbrand
verkoelt hij me steeds
z’n warmte naderhand
droogt me dan meteen
hij heeft iets wreeds
als een brandende zon
en sneeuwstorm ineen
schatje
wees maar stil
en schrijf je
vloeiende monoloog
op m’n huid
tot ik tril